Achtergrond

Joden in Baarn

Tijdens de Tweede Wereldoorlog telde Baarn ongeveer 12.000 inwoners. Voor zover bekend woonden en leefden er 119 joden tijdens (een deel van) de Tweede Wereldoorlog in Baarn. Zeker is dat 45 joodse inwoners van Baarn de oorlog niet hebben overleefd. Zij zijn tussen 1942 en 1944 opgepakt, weggevoerd en vermoord in vernietigingskampen. Waarschijnlijk 20 verwanten van deze 45 overledenen hebben de oorlog wél overleefd. Over de overige joodse medeburgers van Baarn is (nog) weinig bekend.

Gevlucht

Sommige Baarnse joden doken onder of verhuisden naar andere plaatsen in Nederland. Vaak werden zij in hun nieuwe woonplaats alsnog opgepakt en weggevoerd. Andere joodse gezinnen uit Baarn werden eerst gedwongen naar Amsterdam te verhuizen en van daaruit alsnog gedeporteerd. Ook joden van buiten Baarn kwamen tijdelijk naar Baarn om hier onder te duiken. Er kwamen zelfs joodse vluchtelingen uit Duitsland en andere landen, die zich formeel in Baarn vestigden in de hoop hier veilig te zijn.

Weggevoerd uit Baarn

De eerste joodse inwoners van Baarn zijn vanaf medio (in elk geval vanaf augustus) 1942 opgepakt. Zij werden naar kamp Westerbork, kamp Amersfoort of kamp Vught weggevoerd. Voorzover bekend hebben de transporten twee jaar lang plaatsgevonden (zeker tot augustus 1944), met een opvallende intensiteit in de eerste helft van 1943.

 

Anti-joodse maatregelen

Na de capitulatie van Nederland in mei 1940 volgden stap voor stap steeds meer anti-joodse maatregelen. In oktober 1940 werd het persoonsbewijs ingevoerd. Vanaf januari 1941 werden joodse mensen apart geregistreerd. Vanaf 1941 mochten joodse kinderen niet meer naar hun eigen school. En in mei 1942 werden joden verplicht zichtbaar een gele “jodenster” te dragen.

Kamp Westerbork werd in juli 1942 in gebruik genomen voor het bijeenbrengen van Nederlandse joden. Daarvoor was het kamp gebruikt voor de opvang van buitenlandse vluchtelingen - vaak uit Duitsland.

In het voorjaar van 1942 werden de eerste joden opgepakt. Deze werden - eerst via de kampen Vught of kamp Amersfoort - en later rechtstreeks naar kamp Westerbork gebracht. Veel joodse mannen werden gedwongen in een werkkamp te gaan werken, nadat zij hun beroep niet meer mochten uitoefenen.
Vanuit heel Nederland zijn (meestal) via kamp Westerbork in totaal 107.000 mensen weggevoerd naar concentratie- en vernietigingskampen. Slechts 5.000 mensen hebben dit overleefd.

Meer informatie

Mensen die meer willen weten, verwijzen we naar de volgende websites: